TO-juli

TO-juli is een nieuwe indicator die samen met het nieuwe stelsel voor de energieprestatie van gebouwen wordt ingevoerd. Deze grootheid geeft een indicatie van het risico op temperatuuroverschrijding en wordt bepaald aan de hand van de berekende koelbehoefte over de maand juli in de BENG-berekening volgens NTA 8800.

De uitkomst is een dimensieloos getal, waarbij geldt: hoe hoger, des te groter het risico op temperatuuroverschrijding. De waarde wordt berekend voor elk gevelvlak, per oriëntatie. Een tussenwoning krijgt dus twee uitkomsten, een hoekwoning drie, een vrijstaande woning in principe vier en bij appartementen is het afhankelijk van de plattegrond. In de Regeling Bouwbesluit wordt is grenswaarde opgenomen van 1,20. Om te voldoen aan de eisen voor nieuwe woningen mag de berekende waarde op voor oriëntaties de niet hoger zijn.

De getalwaarden worden door de NTA 8800 -software berekend, gelijktijdig met de EP-indicatoren, er is dus geen extra berekening nodig. Als de woning is of wordt voorzien van koeling (bijvoorbeeld een warmtepomp met koelfunctie maar ook het circuleren van water uit een bodembron ten behoeve van regeneratie) dan wordt aangenomen dat er nauwelijks risico hoeft te zijn op temperatuuroverschrijding; er geldt dan geen eis aan TO-juli.

Betekenis

TO-juli is een indicatiegetal, en is daarom geen garantie dat er geen temperatuuroverschrijding op zal treden. Dat is afhankelijk van de precieze weersomstandigheden en het gedrag van bewoners. TO-juli is als indicator gekozen omdat uit vooronderzoek is gebleken dat deze een voldoende correlatie heeft met de uitkomsten van een dynamische temperatuuroverschrijdingsberekening (TOB). Toch is het niet meer dan een eerste indicatie. Wat je wel mag aannemen is dat als een woning een TO-juli-getal lager dan 1,20 heeft, dat de woning geen belemmering is voor de bewoners om de opwarming in de zomer te beperken.

Maatregelen

Wanneer uit de berekening blijkt dat TO-juli niet voldoet, dan zijn aanpassingen aan het plan nodig. Er zijn verschillende mogelijkheden, variërend van aanpassing van het ontwerp (bijvoorbeeld de aanpassing van het glasoppervlak of bouwkundige overstekken), toepassen van zonwering of zonwerend glas tot het toepassen van ventilatieluiken. Alle zaken die invloed hebben op de opwarming kun je daarbij benutten.

Let wel op dat de keuzes invloed hebben op de uitkomst van de BENG-eisen. Zo zal zonwerend glas niet alleen ongewenste opwarming in de zomer tegengaan, maar ook gewenste opwarming in de winter. Ofwel: de koelbehoefte neemt, maar de verwarmingsbehoefte neemt toe. Dat kan betekenen dat het BENG-1 getal wijzigt en indirect dan ook de BENG-2 en BENG-3 waarden.

Doordat je de maatregelen invoert in een en dezelfde berekening, wordt zo’n effect direct zichtbaar in de uitkomsten. Vanzelfsprekend bestaat er altijd de mogelijkheid om alsnog te kiezen voor actieve koeling. Het energiegebruik daarvan weegt dan mee in de uitkomsten van BENG-2 (het energiegebruik in kWh/m2 zal stijgen) en BENG-3 (het aandeel hernieuwbare energie zal dalen).

GTO-berekening

Omdat TO-juli een indicatiegetal is, bestaat er ook de mogelijkheid om op basis van gelijkwaardigheid nauwkeuriger aan de risico’s op temperatuuroverschrijding te rekenen. Dat gebeurt met een TOB: temperatuuroverschrijdingsberekening. Hiervoor zijn er verschillende mogelijkheden, elk met eigen voor- en nadelen. Een TOB richt zich op de verblijfsruimten, terwijl TO-juli is afgeleid van de koelbehoefte van de hele woning gemiddeld. In het kader van de bouwregelgeving is er voor gekozen om de methode van gewogen temperatuuroverschrijding (GTO) als maatgevend aan te wijzen.

Bij die methode telt de mate van overschrijding mee: een uur met een binnentemperatuur van 30 graden celcius binnentemperatuur telt dan zwaarder mee dan een uur met 28 graden celcius. Het aantal invloedsfactoren is aanzienlijk en een groot aantal daarvan worden via de Regeling Bouwbesluit vastgelegd in de bouwregelgeving. Deze uitgangspunten zijn grotendeels gelinkt aan de voorschriften uit de NTA 8800 aangezien het een gelijkwaardigheid betreft.

Als er minder dan 450 GTO-uren worden berekend, voldoet de woning alsnog aan en de eisen. Hoewel een GTO-berekening vrij arbeidsintensief is, kan het zinvol zijn deze uit te voeren, juist in het geval van twijfel. Bijvoorbeeld bij een bijzondere plattegrond, een geringe of juist extreme overschrijding van de grenswaarde van TO-juli.