Warmtepompen, zonnepanelen of zonneboilers worden per 1 februari verplicht bij ingrijpende renovatie. Vanaf dan moet er een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie worden opgewerkt.
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft als onderdeel van de inwerkingtreding van de eis de bijbehorende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) officieel laten publiceren in de Staatscourant. Daarmee wordt de eis voor hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie per 1 februari 2022 definitief van kracht. De wijziging van het Bbl treedt later in werking, op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. De verplichting vloeit voort uit de Renewable Energy Directive II (RED II) van de Europese Unie (EU).
Moties worden niet uitgevoerd
Met de definitieve invoering van de eis legt Ollongren 2 aangenomen moties van de Tweede Kamer naast zich neer. In de zomer van 2021 stemde een ruime meerderheid van de Tweede Kamer voor een motie van VVD’er Daniel Koerhuis om huiseigenaren niet te verplichten tot het nemen van hernieuwbare-energiemaatregelen. Die motie was destijds tegen het zere been van de D66-minister. In december werd een tweede VVD-motie aangenomen om de verplichting tegen te gaan. De minister heeft de Tweede Kamer nu geïnformeerd ook deze motie niet uit te kunnen voeren. ‘De richtlijn hernieuwbare energie (REDII) biedt geen ruimte om huiseigenaren als categorie uit te zonderen van de verplichting tot een minimumwaarde hernieuwbare-energiegebruik wanneer zij ingrijpend renoveren.
Wat is de verplichting?
De EU-richtlijn Renewable Energy Directive II (RED II) bevat een verplichting voor lidstaten om een minimumwaarde hernieuwbare energie voor te schrijven bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie. Voor een deel is deze verplichting al geïmplementeerd. Voor nieuwbouw gelden sinds 1 januari 2021 de BENG-eisen voor de minimumwaarde hernieuwbare energie.
Wanneer is een renovatie ingrijpend
Nederland heeft bij de implementatie van de Europese richtlijn gekozen voor de oppervlaktemethode. Hierdoor is sprake van een ingrijpende renovatie wanneer meer dan 25 procent van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot. Dat is bijvoorbeeld wanneer een dak of gevel volledig wordt opengelegd en vernieuwd. Er zijn ook renovaties die niet voldoen aan deze definitie van ingrijpende renovatie, omdat de aanpassingen geen betrekking hebben op de integrale bouwschil. Voorbeelden hiervan zijn: na-isolatie van een spouwmuur, na-isolatie van enkelsteensbuitenmuren aan binnen- of buitenkant, na-isolatie onder dakpannen of tegen het dakbeschot.
Alleen bij aanpassing verwarmings- of koelinstallatie
De verplichting voor huiseigenaren van een minimumwaarde hernieuwbare energie geldt alleen wanneer een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling deel uitmaakt van de ingrijpende renovatie.
Kortom, in beginsel geldt de eis voor een minimumwaarde hernieuwbare energie voor alle bestaande gebouwen die ingrijpend gerenoveerd worden en waarbij de verwarmings-of koelinstallatie(s) deel uitmaken van de renovatie, zowel voor woningbouw als utiliteitsbouw.
15 procent zonnepanelen
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat 15 procent zonnepanelen van de dakoppervlakte als een acceptabel minimumniveau wordt gezien bij ingrijpende renovatie. Dit komt overeen met 7 zonnepanelen bij een tussenwoning van 110 vierkante meter, 64 zonnepanelen bij een woongebouw met 33 woningen van 3.036 vierkante meter en 12 zonnepanelen bij een klein kantoorgebouw van 298 vierkante meter. Voor het bepalen van de minimumwaarde hernieuwbare energie die wordt opgewekt door zonnepanelen is geen volledige NTA 8800-berekening noodzakelijk Er is namelijk een rekentool ontwikkeld die gebruikt kan worden om het aantal zonnepanelen te bepalen om te voldoen aan de nieuwe eis. Bij de keuze voor toepassing van een zonneboiler is wel een NTA 8800-berekening nodig om de minimumwaarde hernieuwbare energie te bepalen.
Uitzonderingen
Op de verplichting zijn uitzonderingen van toepassing:
- Voor gebouwen met gebruiksfuncties die een lage energievraag kennen.
- Voor bouwwerken die aangesloten zijn of aantoonbaar binnen 3 jaar na de renovatie aangesloten worden op een warmtenet.
- Voor zover het vanwege locatiegebonden omstandigheden of technische belemmeringen niet mogelijk is aan de eis te voldoen.
- Wanneer de maatregelen die genomen moeten worden om aan de eis te voldoen niet binnen 10 jaar kunnen worden terugverdiend. In dat geval moeten echter wel de maatregelen worden gerealiseerd die een terugverdientijd hebben van ten hoogste 10 jaar.