Beschermingsklasse: Een code die aangeeft hoe goed het toestel beschermd is tegen het binnendringen van stof, vuil en water.
Bovenwaarde (Hs): De hoeveelheid warmte die vrijkomt wanneer er 1 kubieke meter gas wordt verbrand. De hoeveelheid warmte is inclusief de condensatiewarmte.
Combi-ketel: Een warmtetoestel dat zowel voorziet in de behoefte aan warm tapwater als zorgt voor de verwarming van uw woning.
Condenseren: Bij dit proces wordt de waterdamp die ontstaat bij de verbranding van aardgas omgezet in water. De extra warmte die hierbij vrijkomt kan gebruikt worden voor de verwarming van de cv-installatie. Dit heeft een positieve uitwerking op het rendement en daarmee een lager energieverbruik tot gevolg.
Elektronisch toestel: Toestel met elektronische ontsteking waardoor een waakvlam overbodig is.
Gasboiler: Niet aan een cv-ketel gekoppelde boiler met een eigen gasbrander. Uitgerust met eigen verbrandingsafvoer, gasblok, gasaansluiting en waakvlam.
Gaskeurlabel CW: Het CW-label heeft betrekking op het comfort van de warmwatervoorziening. Toestellen met dat label voldoen aan belangrijke basiseisen met betrekking tot tapdrempel, wachttijd, gelijkmatigheid van temperatuur en rendement.
Gaskeurlabel HR: Op onpartijdige wijze is vastgesteld dat het rendement van een toestel minimaal 100% bedraagt. De HR-technologie – waarbij de warmte van de verbrandingsgassen benut wordt – heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling gemaakt, waardoor steeds hogere rendementen worden bereikt. Volgens de Europese zienswijze wordt de warmte in verbrandingsgassen als restproduct beschouwd en dus niet in de rendementsberekening meegenomen. In Nederland gebeurde dat tot voor kort wel. Vandaar dat er ook rendementen boven 100% mogelijk zijn. Binnen het Gaskeur HR-label zijn er daarom drie klassen: HR 100 (rendement 100% of meer), HR 104 (104% of meer) en HR 107 (107% of meer).
Gaskeurlabel NZ: Bij de zonneboiler verzorgt de zon voor een deel het opwarmen van het water. Helaas schijnt de zon niet altijd en moet het water worden naverwarmd. Een toestel dat aan de specifieke eisen voor die functie voldoet, kan het keurlabel NZ verkrijgen.
Gaswandtoestel: Ruimtebesparend toestel geschikt voor bevestiging aan de muur.
Gebruiksrendement: Percentage dat aangeeft hoeveel warmte aan het cv-water wordt afgestaan na aftrek van de stilstandsverliezen.
Gelijktijdig gebruik: Als er in één woning meerdere kranen tegelijk opengedraaid worden, dan kunt u zowel letterlijk als figuurlijk een koude douche krijgen. Gelijktijdig gebruik van warm water is wel mogelijk wanneer er bijvoorbeeld een flinke boiler aanwezig is.
Gesloten toestel: Bij een gesloten toestel wordt de lucht die nodig is voor de verbranding van buiten de woning betrokken. De luchttoevoer en rookgasafvoer zijn vaak in één pijp gecombineerd. Deze toestellen kunnen in principe overal worden geïnstalleerd en zijn veiliger dan zogenaamde open toestellen. Bij een gesloten is de noodzaak van extra ventilatie bovendien niet aanwezig, hetgeen positief uitwerkt op het energieverbruik.
Hoog/laag: Regeling van het vermogen waarbij de ketel op een deel van zijn vermogen (laag/deellast), of voluit brandt (hoog/vollast).
HR en VR: HR staat voor Hoger Rendement en VR voor Verbeterd Rendement. Het verschil is dat een HR-ketel de warmte van verbrandingsgassen gebruikt om het water, dat door de ketel stroomt, te verwarmen. Dat scheelt energie en het is dus beter voor het milieu en uw portemonnee. Bij een VR-ketel gaat de warmte van verbrandingsgassen verloren. Een HR-ketel is in aanschaf iets duurder maar is al interessant vanaf 1500 m³ gasverbruik per jaar.
Hoog Rendement: Toestel met een hoog gebruiksrendement van meer dan 100% Hi (=90% Hs). Maakt bij de warmteproductie (extra) gebruik van de condensatiewarmte ketel (HR) uit de verbrandingsgassen en benut op die manier beter de warmte die ontstaat bij de verbranding van aardgas dan een conventioneel of VR-toestel. Het label Hoog Rendement wordt toegekend als het rendement minimaal 100% op onderwaarde bedraagt.
HRww-label: Keurmerk voor toestellen die op een efficiënte en zuinige wijze warmwater produceren.
Indirect gestookte boiler: Voorraadboiler, staand of aan de wand, die door het cv-toestel op temperatuur wordt gehouden.
Keuken-inbouwboiler: Elektrisch verwarmde boiler van 10 tot 30 liter, geplaatst in een keukenkastje. Warm-water wordt geleverd na een korte wachttijd.
Modulatietechniek: Bij ketels, voorzien van de modulatietechniek, past de vlam zich aan aan de warmtebehoefte. Eenmaal geïnstalleerd en goed afgesteld, kan de vlam eenvoudig van 100% naar 35% van zijn vermogen gaan (of andersom). Dit systeem maakt een hoger rendement mogelijk en het is milieuvriendelijk.
Moduleren: Traploze regeling van het ketelvermogen waardoor het energieverbruik exact op de warmtebehoefte wordt afgesteld.
Het afstemmen van het te ontwikkelen vermogen op exacte warmtebehoefte. Bij traploos moduleren past de ketel zijn warmteopbrengst gelijkmatig aan aan een veranderde warmtevraag en springt zo extra zuinig om met energie
Nominale belasting: De hoeveelheid gas die aan de brander van het toestel wordt aangeboden.
NOx-uitstoot: Uitstoot van stikstofoxiden die ondermeer in de verbrandingsgassen van cv-ketels voorkomen. Medeveroorzaker van “zure regen”.
Onderwaarde (Hi): De hoeveelheid warmte die vrijkomt wanneer er 1 kubieke meter aardgas wordt verbrand. De hoeveelheid condensatiewarmte wordt niet meegerekend. De onderwaarde wordt in heel Europa gebruikt.
Open toestel: Bij een gesloten toestel wordt de lucht die nodig is voor de verbranding onttrokken uit de directe omgeving van het toestel. Hiervoor is extra ventilatie noodzakelijk, wat warmteverlies tot gevolg heeft. Open toestellen zijn minder geschikt voor goed geïsoleerde woningen.
Open toestellen mogen derhalve alleen in voldoende geventileerde ruimten worden geplaatst.
Opgenomen vermogen: Het vermogen (in kW) dat door de verwarmingsspiraal van de boiler aan het tapwater kan worden overgedragen.
Piëzo-ontsteking: Hulpmiddel om de waakvlam van een thermo-elektrisch toestel zonder lucifers te ontsteken.
Platenwisselaar: Verwarmingselement welke is opgebouwd uit aaneengesloten koperen of roestvrijstalen platen. Deze worden verwarmd door het water uit de cv-installatie, dat in een gesloten circuit langs de afzonderlijke platen stroomt. De platen geven deze warmte vervolgens af aan het sanitair water dat door de platenwisselaar wordt geleid.
Pompschakeling: Een elektrische schakeling die ervoor zorgt dat de circulatiepomp van het cv-toestel alleen draait wanneer dat nodig is. De schakeling helpt besparen op stroomkosten.
Rendement: Bij verbranding van aardgas in een cv-ketel wordt het grootste gedeelte nuttig aangewend, het overige gedeelte wordt ongebruikt afgevoerd door de rookgasafvoer of niet benut ten gevolge van straling– en stilstandsverliezen. Bij cv-ketels wordt alleen de warmte die aan het cv-water wordt afgegeven als nuttig aangemerkt. De verhouding tussen het aangewende vermogen en de warmte die dit na verbranding oplevert is het rendement. Voor de consument is vooral het werkelijke gebruiksrendement van belang. Dit wordt niet alleen sterk beïnvloed door de eigenschappen van het toestel, maar ook door de installatie en regeling.
Solo-toestel: Cv-toestel dat alleen voor centrale verwarming zorgt.
SV-label: Schonere Verbranding. Keurmerk voor toestellen met een minimale uitstoot van milieu-onvriendelijke stoffen.
Tapdebiet: De volumestroom warm water, aangegeven in liters per minuut. Aan de hand van dit getal kunt u bepalen of uw ketel genoeg capaciteit heeft. Bij te weinig capaciteit levert de douche slechts een slap straaltje en duurt het lang voordat het bad vol is.
Tapdrempel: Een bepaalde hoeveelheid water die door het toestel stroomt, voordat de brander aangaat. Een lage tapdrempel maakt bijvoorbeeld het gebruik van een spaardouche mogelijk; die vraagt immers maar een minimale hoeveelheid warm water.
Thermo-elektrisch toestel: Toestel met waakvlam.
Thermostaat: Regelt automatisch de temperatuur op de vooraf ingestelde waarde.
Temperatuurdip: Het tijdelijk terugvallen van de warmwatertemperatuur.
Verbeterd Rendement: Door de toegepaste technologie wordt ten opzichte van traditionele ketels een beter rendement gerealiseerd. Voor toekenning van het predikaat “VR” moet een ketel een rendement behalen van minimaal 83%. Een traditionele ketel haalt gemiddeld een rendement van 70%, boven de 100% (onderwaarde) wordt het predikaat “HR” toegekend.
Vermogen: De hoeveelheid energie in kW die het toestel moet kunnen leveren om de ruimte(n) adequaat te kunnen verwarmen.
Voorraadboiler: Boiler, staand of aan de wand, met een bepaalde inhoud water dat constant op temperatuur wordt gehouden.
Voorraadtoestel: Hierbij wordt een bepaalde hoeveelheid sanitairwater continue op temperatuur gehouden door een ingebouwde boiler of voorraadvat, zodat snel over een hoeveelheid warm water beschikt kan worden.
Wachttijd: De tijd tussen het opendraaien van de kraan en het krijgen van warm water. Normaal gesproken mag dat niet langer zijn dan 30 seconden. Het water moet dan een temperatuur hebben van tenminste 45°C. Niet alleen de capaciteit van de ketel speelt een rol, ook de lengte van de waterleidingen en de dikte ervan zijn van belang.
Warmtewisselaar: Dit is het hart van de ketel waar het retourwater van de cv-installatie doorheen wordt geleid. Na verwarming verlaat het water de warmtewisselaar weer voor twee doeleinden : het gaat opnieuw naar de cv-installatie voor de verwarming van radiatoren of vloerverwarming of het wordt naar de platenwisselaar gestuurd voor de warmwater-voorziening in keuken, douche of bad.
Waterzijdig rendement: Percentage dat aangeeft hoeveel warmte aan de cv-installatie wordt afgestaan na aftrek van de stralingsverliezen.
Weersafhankelijke regeling: Stemt de cv-aanvoertemperatuur automatisch af op de buitentemperatuur, zodat de gebruiker dit niet elk jaargetijde zelf hoeft te doen. Ideaal is het gebruik van de weersafhankelijke regeling in combinatie met thermostaat-radiatorkranen. Zo kan de temperatuur in iedere ruimte apart geregeld worden. De weersafhankelijke instelling heeft een kleine besparing op de energierekening tot gevolg.