De manier waarop Nederland bouwt voor de toekomst, ligt erg dichtbij de wensen van de toekomstige gebruiker. Tenminste: als de Nederlandse gebruiker hetzelfde wil als de Duitse. Want die wil kleine ziekenhuizen dicht bij huis voor algemene zorg, zeer gespecialiseerde gezondheidscentra voor bijzondere zorg en zo lang mogelijk zelfstandig wonen. En, iets heel anders: hippe, schone, lichte vliegvelden.
Dit blijkt uit onderzoek van Ulrike Martina Dambmann van het Institut für Organisationsforschung und Systementwicklung in München: een instituut dat vanuit sociologische en psychologische achtergronden onderzoek verricht naar de wensen van mensen omtrent hun leefomgeving. Het gaat hierbij niet om het invullen van vragenlijsten, maar om zogenaamde Tiefensymbolische Meinungs- und Marktforschung (TSMM) een onderzoeksmethode waarbij niet alleen naar mensen hun mening wordt gekeken, maar ook wordt getracht onderbewuste verlangens naar boven te krijgen. Hiertoe begint men met plaatjes uit tijdschriften, omdat de mens zijn gevoelens in eerste instantie beleeft in beeld. Dit wordt later vertaald naar taal.
Rots in de branding
Dambmann en de haren hebben de resultaten ook vertaald naar een architectuuridee. De kleine ziekenhuizen dichtbij huis dienen huiselijk, open en warm te ogen. De grote specialistische ziekenhuizen, moeten echter hoog zijn, “als een rots in de branding” . Hoewel een betonkolos ook hier geen voorkeur geniet, heeft hoogte wel een connotatie met toekomst, wat een patiënt volgens Dambmann goed kan doen. Ook geeft hoogte afstand en ver zicht, wat kan maken dat de patiënt zichzelf en zijn levenswijze op een nieuwe manier gaat bekijken en tot nieuwe inzichten komt.
Zelfstandig wonen gaat uiteraard over veel meer dan het eigen huis. Na hun werkzame leven verbinden mensen hun gevoelens van zelfstandigheid en autonomie in toenemende mate aan hun woning. Ook staan zelfstandig wonenden hoger op de sociale ladder dan mensen in een instelling.